woensdag 19 oktober 2011

La Guernica, Sympatie & Begrip

Een tijd geleden schreef ik de blog 'de paradox van het niet zoeken'. Bijna tussen neus en lippen door liet ik mij daar ontvallen dat ik 'La Guernica' en verschrikkelijk schilderij vond. Dat ik dit vond kwam doordat voor mij de eerste impressie van levensbelang is bij het al dan niet kunnen waarderen van een kunstwerk. Naar mijn idee ga ik een kunstwerk niet meer of minder waarderen naarmate ik meer informatie tot mij neem over de achtergrond van een kunstwerk. Picasso's 'La Guernica' staat voor mij symbool voor mijn problemen met het mooi vinden, of waarderen, van bepaalde kunst. Mijn mening over een kunstwerk, mooi of niet mooi, ontstaat meestal bij de eerste indruk.

In een reactie op de blog werd ik gewezen op een artikel uit Trouw geschreven door H.R. Rookmaker in 1956 waarin hij beargumenteerd waarom 'La Guernica' een meesterwerk der moderne kunst is. Volgens Rookmaker is 'La Guernica' helemaal niet mooi, het is een gruwelijk stuk, allesbehalve liefelijk, allesbehalve “schoon”, allerminst “esthetisch” en geenszins harmonisch. Daar kan ik mij, uiteraard, in vinden. We lezen daar verder dat bezoekers langs het schilderij zullen lopen en geĆ«rgerd of verbaasd zullen zijn. Tien minuten later zullen diezelfde mensen toch in de catalogus kijken om erachter te komen wat dit nu eigenlijk allemaal is en weer schouderophalend verder lopen.


"En, 's avonds, zouden wij verbazing merken dat allerlei details zich met onweerstaanbare kracht aan ons opgedrongen hebben, en dat onze ­geest met het werk bezig is, zelfs zonder het te willen. Kijk, dat is nu een typisch kenmerk ­van een indrukwekkend meesterwerk, dat wij het niet kunnen ontlopen."


Wel, ik ben al lange tijd in mijn hoofd bezig met 'La Guernica'.  Dit maakt het voor mij echter nog geen meesterwerk. Het is een doeltreffend werk, een werk dat uitdrukt wat het uit moet drukken. Het drukt iets lelijks en vreselijks uit en doet dat met verve; het is vreselijk vreselijk en lelijk lelijk. De woorden die ik tot nu toe echter heb gebezigd rond het thema kunst waren mooi, waardering en goed vinden. Deze uiterst subjectieve begrippen zeggen dan ook meer over mijn denkwereld dan over het werk van Picasso. Om toch nog iets intersubjectiefs te kunnen zeggen het volgende.



De namen van Pierre Bourdieu en Jan van der Stoep heb ik waarschijnlijk al eens eerder later vallen. Pierre ken ik via Jan, Jan kent mij niet. Ik heb zijn boek 'Pierre Bourdieu en de politiek van het multiculturalisme', nu ben ik geen socioloog noch filosoof, of iets wat daar maar in de buurt komt. Ik lees en denk slechts. Ik sla een boek open en lees soms een korte zin, vast geheel buiten zijn context, en raak aan het denken.

Mooi vind ik altijd die momenten dat je een korte tekst kunt vinden, die je tijden kunt herkauwen, uitspugen, in de koelkast kunt zetten en nogmaals tot u kunt nemen. Die korte teksten, bijna tussenzinnen in een heel betoog, waarbij je denkt 'Dat heb ik nu ook al eens gedacht' of 'Volgens mij is dat wat ik ook denk'. Waarna het proces van 'Enerzijds, anderzijds, ten eerste, ten andere, ten derde, nochtans, desniettegenstaande, overmits' en dergelijke op gang komt.

Een voorbeeld van zo'n gedachtenduwtje was een korte frase uit het bovengenoemde boek. Leidt sympathie tot begrip, of leidt begrip tot sympathie. Bij mij is het eerste het geval, denk ik. 'La Guernica' kan niet rekenen op mijn sympathie, ongeacht wie wat er dan ook over schrijft. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten